Menu
Vereniging Trainingen Media VNVA events

Aankomst, 30 oktober 2019

Goed geland in Buja, bagage met de kilo's boeken voor de cursisten meegetorst en langs de controle van bagagelabels. Burundi is volgens mij het enige land ter wereld waar die worden gecontroleerd. Ik stond pas met één voet in de aankomsthal toen ik van links 'Éééh, Hakizimana' hoorde roepen. Dat ben ik, hier. Ik zag P. niet, maar herkende zijn stem. Hij stond tussen allerlei voor mij onbekenden te babbelen terwijl hij me opwachtte. Hij kent de halve wereld. Hij had ook alvast mijn nieuwe werkvergunning geregeld.


Ik was netjes de ebola-controle doorgekomen en werd vier uur later ziek. Dan heb ik dat maar vastgehad dacht ik, want ik word hier altijd één keer ziek, ditmaal moet het van de airco in het vliegtuig zijn geweest. Dus na wat snelle begroetingen in het ziekenhuis ging ik naar huis. Water bijvullen, ijskast controleren en meteen mijn bed in en ben daar zwetend anderhalve dag gebleven. Wat een geluk dat het huis al is ingericht en ik daar niet weer achteraan hoefde. Het was ook schoongemaakt, dat wil zeggen de vloeren. Alles boven enkelhoogte heb ik later zelf gedaan, toen ik mijn bed weer uit was. De vroegere schoonmaakster was beter, maar die nam meer mee dan het stof dus die komt hier niet meer en alle sloten zijn vervangen. Ik had op tijd lampen en powerbank bijgeladen voor het geval dat de stroom zou uitvallen, wat een dag later gebeurde (haha). Dus aan de ijskast had ik niets meer. Dat is tot daaraantoe, maar zo'n pikdonkere nacht daarna blijft raar. Gelukkig ook mijn e-reader op tijd geladen, dus de papieren boeken even gelaten en in het donker begonnen aan de nieuwe Griet op de Beeck, die beloofde inzicht te geven in psychotherapie, maar dat viel tegen. Verhalend wel aardig, maar voor de helft dezelfde thema's als haar boek van 2018 en daarbij bijna volledig dezelfde voorbeelden met zelfs dezelfde zinnen. Dat is te makkelijk voor een serieus boek.

Nu is P. mijn nieuwe hulp. Een groter verschil dan tussen mijn vroegere hulp D. (die niet goed op de sleutels had gelet) en P. bestaat er niet, en toch zijn het allebei echte Burundezen. Hoe leg ik dat uit. D. is 57 jaar, een lange Hutu (niet kenmerkend dus) en heeft niet gestudeerd, is de liefde zelf maar komt uit een niet zo best milieu, is trots op zijn vier kinderen; P. is zeker 25 jaar jonger, een kleine Tutsi (ook niet kenmerkend dus, en dat is nou juist Burundees), heeft logistiek gestudeerd en is daar trots op, is streberig als individu en praat nooit spontaan over zijn gezin met één kind. Het Burundese is vooral dat ze allebei vooruit willen kijken maar dat op een niet handige manier doen en ondertussen gezellig zijn. Het kan eigenlijk nooit werken, zoals zij het bedenken: D. die al jaren bezig is met een huis voor later, maar nog steeds niet verder is dan wat stenen, een deur en een raam; P. die uitstraalt een man van de wereld te zijn of te worden, terwijl hij met zijn bevestiging vragende gedrag juist voortdurend het tegendeel bewijst. Nou ja, we gaan het zien hoe onze samenwerking gaat verlopen. P. is ook al jaren de hulp van mijn buurman (de enige andere Europeaan in de omgeving) en diens kritische Rwandese vrouw, die vaak maanden weg zijn. Hij regelt dan alles voor hun huis. Dus het zal wel lukken.

Je krijgt wat routine in de loop der jaren, dus het is hier allemaal wel te doen en ik moet zeggen dat er goed was ontsmet want bijna geen beest te bekennen. De muggen zijn wel weer een direct merkbare plaag, zo irritant. Burundi kent dit jaar alweer meer dan 1.800 malariadoden (veel meer dan ebola-sterfte in Congo, maar niet van mens op mens overdraagbaar en daardoor altijd beperkt tot een lokaal probleem) en dat ondanks mondiaal bemoedigende berichten over de bestrijding ervan. Na drie dagen was internet ook aan de praat, maar dat blijft een dagelijks gevecht. Het is de kleine regentijd, die net zo lang duurt als de grote en mijn eerste enorme plensbui geflankeerd door donderslagen heb ik zonder paraplu doorstaan: drijfnat dus. Bovendien helpt een paraplu toch niet tegen diepe modderplassen waar je op je sandalen doorheen moet. De bananiers in de tuin zijn erg gegroeid. Eentje reikt al over de schutting. Maar nog geen bananen. Avocado's hangen in grote hoeveelheden in de bomen, ze zijn nog net niet groot genoeg om te plukken maar dat zal snel wel kunnen. Het is geen citroenentijd, dus die bomen dragen nu geen vruchten. De mangoboom bij de buren zit aardig vol.

De planning van de trainingen en allerlei details heb ik inmiddels met de projectleiders hier doorgenomen. We switchen een week, omdat we anders op 1 november een probleem krijgen. Dat is een christelijke vrije dag en als we daar geen rekening mee houden liggen we uit de gratie. In dit land neemt het aantal religieuze sektes toe, wat door de paters uit het klooster wordt benoemd als een slim verdienmodel waar Burundezen op in gaan. Ik hoor terwijl ik dit schrijf een al langer bestaande sekte ineens een soort songfestivalliedjes meezingen met de speaker in plaats van het halleluja. Dus er is toch weer iets nieuws onder de weinig zichtbare zon. Gelukkig maar, anders zouden jullie mij ook als Griet op de Beeck gaan zien.

- Amy Besamusca–Ekelschot

20181205_155155
Sluiten
X Zoek