Mind the mind now, 6 november 2019
Op 7 oktober jl. werd de internationale conferentie ‘Mind the mind now’ in Amsterdam geopend door minister Kaag. Haar ministerie organiseerde het geheel gericht op aandacht voor geestelijke gezondheid in post-conflictgebieden. Dit is een actueel thema van de WHO. Voor de Haagse ministerraad is het een minder geliefd thema en het siert minister Kaag dat zij desondanks de behoefte aan psychosociale, psychiatrische en neurologische zorg op de kaart zet en mensen in psychische nood een warm hart toedraagt.
In haar openingswoord zei minister Kaag onder andere: ‘Psychosocial support is just as important as food, water and shelter. It is a basic human right, and we are currently failing to provide it to those who need it most. This is one of the largest public health crises in the history of humanitarianism, and yet it is being overlooked. For too long the international community has sidelined and ignored the importance of mental health in humanitarian and development aid.
This is the first high-level conference on mental health and psychosocial support (MHPSS) in crisis situations, and I am humbled that so many experts, representatives, and people with lived experience have travelled here to make it a success. Their voices need to be heard, so that we might find words for what has previously gone unspoken. (…)
Despite the urgent need, only a tiny fraction of development aid is allocated to psychosocial support. This makes MHPSS one of the largest unaddressed global health issues today. If we truly want to help a post-conflict society heal, we shouldn’t just repair bombed bridges and infrastructure, we should also help people mend their broken souls. This is a daunting task, since the trauma of war endures long after the last shot is fired.’
De actuele beleidspunten van de WHO op het gebied van psychosociale en psychiatrische hulp in postconflictgebieden, neergelegd in het Mental Health Action Plan, zijn:
· Strengthen the effective leadership and governance for mental health
· Provide comprehensive, integrated and responsive mental health and social care services in community-based settings
· Implement strategies for promotion and prevention in mental health
· Strengthen information systems, evidence and research for mental health.
Tijdens de tweedaagse conferentie ‘Mind the mind now’ werden ons twee dingen heel duidelijk:
Allereerst: Vanuit de Nederlandse Stichting Kennis zonder Grenzen doen we het in Burundi goed als het gaat om het bijdragen aan integrale zorg. Wij spreken daarom met recht over ‘openbare geestelijke gezondheidszorgdiensten’, die worden opgezet binnen de algemene gezondheidszorg en in de gemeenschappen in brede zin. Dit past binnen het strategische plan van de Burundese overheid, wat gelet op onderzoeksbevindingen de juiste weg is. De rol van Kennis zonder Grenzen is gericht op het trainen van werknemers in de algemene gezondheidszorg en de maatschappelijke dienstensector in Burundi, om de gespecialiseerde zorg te kunnen opzetten en uitbreiden. Van psychosociale ondersteuning tot aan het verwijzen voor derdelijns gespecialiseerde behandeling, de hele range van zorg wordt bediend met opleidingen op het niveau van de mhGAP-HIG, een evidence-based methode van de WHO, en meer gespecialiseerde deskundigheidsbevordering in het referentieziekenhuis CNPK (Centre Neuro-Psychiatrique de Kamenge).
Daarnaast echter: Burundi wordt in de ontwikkelingssector niet gezien als een gewoon derdewereldland, omdat het extreem arm en kansloos is. Dat was voor ons wel een eyeopener: dat je kansloos blijft als anderen je kansloos vinden! Hoewel wij juist heel goed op de hoogte zijn van de extreme armoede en weten dat het hoge aantal zelfdodingen in Burundi armoede-gerelateerd is*, dwingt dit negatieve inzicht van experts ons tot het bespreken van een strategiewijziging om aan fondsen voor ons werk te komen. Het is ons nu duidelijk waarom wij niet in de gewone geldstromen voor hulp in Afrika kunnen delen (daar zijn we het uiteraard niet mee eens). En dit terwijl het psychiatrieproject in Burundi dus juist de gewenste brede opzet (volwaardige faciliteiten) en duurzaamheid (Burundi kan verder met eigen trainers) heeft. Er zijn bovendien amper nog ngo’s in Burundi die zich met de GGZ bezighouden.
Sinds 21 oktober jl. zijn we weer volop aan het opleiden. Er komen 12 nieuwe leraren en 150 opgeleide professionals bij, terwijl het CNPK bovendien de supervisies in de eerste en tweede lijn verzorgt.
Aan het eind van 2019 zullen we een mooi doel hebben bereikt: 500 actieve artsen, verpleegkundigen en psychologen in de provinciale eerste- en tweedelijns zorgsettingen getraind en gecertificeerd in de psychosociale, psychiatrische en neurologische zorg en 26 lokale gecertificeerde leraren beschikbaar voor vervolgopleidingen in Burundi.
Een opleiding duurt een tot twee weken, afhankelijk van de discipline. De kosten bedragen per opleiding gemiddeld € 270,-. Een bedrag dat wordt besteed aan studiemateriaal en de lokale reis- en verblijfskosten van de opleidingen en leraren. Een belachelijk laag bedrag? Dat klopt. Dat is mogelijk omdat Kennis zonder Grenzen werkt met vrijwilligers op eigen kosten en zonder overheadkosten: er blijft van donaties geen cent in Nederland achter en er verdwijnt ook niets in verkeerde zakken.
Tenslotte: voor het opzetten van research (het vierde beleidspunt van de WHO) krijgen we niet meteen mogelijkheden, vanuit dezelfde negatieve motivatie. Toch zou dit een kansrijke verbinding met de uitvoering van zorg kunnen en moeten zijn. Evenals de verbinding met werkgelegenheidsprojecten, zoals tijdens ‘Mind the mind now’ werd genoemd. Wij zouden dit vanuit Burundees perspectief zeer toejuichen en aanvulling op ons werkgelegenheidsproject voor kansarmen (inmiddels 19 bakkerijen in de heuvels) is zeer welkom. Niet alleen omdat er zich ‘windows of opportunity’ kunnen voordoen via incidentele humanitaire bijstand, maar omdat dit juist de structurele bijstand kan leveren die nodig is.
* Het aantal zelfdodingen in Burundi ligt volgens de WHO-cijfers op gemiddeld 6 per dag, op een bevolking van 12 miljoen inwoners. Dat is zelfs relatief meer dan in Japan met een extreem hoog aantal. Zelfdoding in Burundi is meestal niet primair trauma-gerelateerd, of zoals in Japan gerelateerd aan opgelegde druk, maar armoede-gerelateerd.
- Amy Besamusca–Ekelschot