Menu
Vereniging Trainingen Media VNVA events

2010 - VNVA Corrie Hermannprijs Symposium

Spreker Angela Maas

HART voor VROUWEN
De afgelopen twee decennia is er in Europa een duidelijke toename te bespeuren in het cardiovasculaire (CV) risico bij vrouwen op middelbare leeftijd (1). Ook Amerikaanse gegevens wijzen op een stijging van het relatieve aantal myocardinfarcten bij vrouwen tussen de 35 en 54 jaar, terwijl dit bij mannen afnam (2). Parallel hiermee verbeterde het CV risicoprofiel bij mannen en verslechterde dit bij vrouwen. De thans vigerende Europese SCORE-richtlijnen zijn een onderschatting van het werkelijke "lifetime" risico bij vrouwen, omdat deze zich concentreert op het risico tussen de 40 en 65 jaar, terwijl het aantal CV gebeurtenissen vooral in de jaren daarna exponentieel toeneemt (3). Een andere belangrijke beperking van onze risicokaarten is dat deze er van uitgaan dat het effect van de diverse risicofactoren door alle leeftijdsfasen heen hetzelfde is en dat de interactie tussen de verschillende risicofactoren onderling gelijk is. Zo is bij vrouwen de combinatie van diabetes met hypertensie en de aanwezigheid van het metabole syndroom schadelijker dan bij mannen. Vrouw-specifieke risicofactoren, zoals een doorgemaakte preeclampsie, een zwangerschaps-diabetes of het polycysteuze ovaria syndroom worden thans niet meegerekend in de risicokaarten. Ook zijn er gender verschillen in erfelijkheid die nog niet meegewogen (kunnen) worden. De thans nog heersende opvatting dat vrouwen onder de 65 jaar een laag CV risico hebben wordt in de dagelijkse praktijk vaak op de proef gesteld.

Dr. Angela H.E.M.Maas, cardioloog, Isala Klinieken, Zwolle

www.vrouwencardioloog.nl

Spreker Toine Lagro

WAAROM GENDERVERSCHILLEN BELANGRIJK ZIJN, OOK BIJ PIJN OP DE BORST
Prof. dr. Toine Lagro-Janssen, huisarts, UMC St Radboud, Nijmegen

Sekseverschillen spelen een rol bij het ontstaan van klachten, bij de symptoomperceptie, bij het arts-patiëntcontact in de spreekkamer, bij de gevolgen en betekenisgeving en bij de behandeling.

In dit artikel wordt een aantal sekseverschillen benoemd die van belang zijn bij het medisch handelen bij pijn op de borst: de klachtpresentatie, de socialisatie en het omgaan met klachten en risicofactoren. Ook de invloed van het geslacht van de dokter zelf zal aan bod komen.

Sprekers Yvonne van der Schouw

Menopauze & hart- en vaatziekten, kip of ei?

Vasomotore menopauzale symptomen en risico op hart- en vaatziekten

Ir. G.C.M. Gast, Prof. dr. Y.T. van der Schouw
G.C.M. Gast, promovendus,
Y.T. van der Schouw, epidemioloog,

Julius Centrum voor Gezondheidswetenschappen en Eerstelijns Geneeskunde, UMC Utrecht
In westerse landen vormen hart- en vaatziekten (HVZ) de belangrijkste oorzaak van sterfte voor vrouwen.1 Ook de morbiditeit door HVZ is groter dan die van borstkanker; bij vrouwen van 40 jaar en ouder is de incidentie van borstkanker ongeveer 30/1000 per jaar, en voor coronaire hartziekten (CHZ) 95/1000 per jaar. Opvallend is dat het risico op HVZ voor premenopauzale vrouwen lager is dan voor postmenopauzale vrouwen.2 De menopauze ontstaat als gevolg van het verlies van de functie van de ovaria (eierstokken) en het daardoor ontstane tekort aan endogene oestrogenen. Lang is gedacht dat dit oestrogeentekort het risico op HVZ na de menopauze verhoogt. Een logische gedachte is dan dat het toedienen van hormoontherapie aan postmenopauzale vrouwen het risico op HVZ verlaagt. Terwijl observationele studies laten zien dat het gebruik van hormoontherapie gepaard gaat met een 30-50% reductie van CHZ,3,4 laten de gerandomiseerde trials geen bescherming5 of zelfs een verhoogd risico op CHZ6 zien voor de gebruiksters van hormoontherapie.

Spreker MenkoJan de Boer

Waarom sterven er meer vrouwen aan een gebroken hart?

Het Tako-Tsubo syndroom
Dr. Menko-Jan de Boer
Isala Klinieken Zwolle

In een baanbrekend artikel van DeWood en co-auteurs uit 1980, worden meer dan 300 patiënten beschreven waarbij in de acute fase van het hartinfarct coronaire angiografie werd verricht [1]. Zij wezen erop dat in meer dan 80% van de gevallen een trombotische volledige afsluiting, gesuperponeerd op een arterioskerotische plaque, de oorzaak van het hartinfarct is. Daarna heeft met name in de jaren 80 en 90 trombolyse-therapie een grote opmars doorgemaakt. Echter, in 1993 verschenen in één nummer van de New England Journal of Medicine, 3 studies waarin aangetoond werd dat acute angiografie gevolgd door interventie betere resultaten opleverde [2,3]. Dit wordt nu algemeen gezien als de optimale behandeling van het hartinfarct. Hierdoor hebben wij ook veel inzicht gekregen in de etiologie en verschillende verschijningsvormen van het hartinfarct.

Sprekers

Sluiten
X Zoek