Geleend water, 14 augustus 2019
Veel mensen in Burundi leven met het lot en de angsten van de vroegere oorlog. Ze pakken hun leven op en willen geen nieuwe ellende en angst. Daarom komt er denk ik geen Burundese lente, ze hebben gewoon besloten dat ze dat niet doen. Of zij zijn er werkelijk te bang voor en opgelucht dat bijna iedereen er zo over denkt. De crisis die er in 2015 was, door de nieuwe ambtstermijn van de president (iedereen weet wat je bedoelt als je hier het woord crisis gebruikt), leidde tot wat nu socio-politieke problematiek wordt genoemd en in feite een nog grotere armoede betekent dan voorheen. Het is hier wat je noemt een oppervlakkige democratie, die eigenlijk door de gewone burger niet is te beïnvloeden. Door de langdurige armoede is er geen georganiseerde middenstand die een stem kan verheffen. Voor de kolonisatie, zonder democratie dus, had het volk een betere mogelijkheid om de regels te beïnvloeden. Dat is lang geleden, maar het denken vanuit die situatie is door de generaties heen wel nog steeds aanwezig, als onderdeel van het culturele functioneren. Hierin speelt het lot een rol, maar dit is in feite voor Burundezen geen zwaar begrip: het is gewoon zoals het is. Het socio-deel van socio-politiek in het hier en nu lijkt tweeledig: 'Wie voor zijn buren zorgt zoals vroeger, krijgt hulp terug' is één, en 'Wie geen hulp en eten heeft, vraagt of steelt' is twee. Dat is het gevolg van veel en niet alleen van de huidige politici, al hadden die beter een andere route kunnen nemen. Nou ja, het is zoals het is... Een spreekwoord zegt: ‘Ge werpt de kraaier weg, niet het gekraaide’, bij ons bekend als ‘Don’t shoot the messenger’. In Burundi betekent het vooral dat je het aangekondigde ongeluk niet kunt ontlopen. Wat een accentverschil.
Het is hier over het algemeen dus niet onrustig en zeker niet waar ik zit, maar er is wel veel kleine criminaliteit op sommige plekken. Dit mag inherent zijn aan armoede, maar wordt door de gewone burgers sterk veroordeeld. ‘Met geleend water gaat het vuil er niet af,’ is ook een spreekwoord.
Er is in Burundi veel ogentaal, achter iemands rug. Je zou dan denken dat je je ogen altijd goed open moet houden, maar dat kan ook pijnlijk zijn omdat ‘Het bezit van de koning verblindt’; het is onbereikbaar en je mag er niet aankomen. Maar als je je ogen neerslaat, kun je het niet eens zien, en dat wordt dan ook weer niet aangeraden. Het lot staat dagelijks centraal. Zwart staat voor droef en wit staat voor vreugde. Umunsi mwirabura, een zwarte dag, brengt pech en ongeluk. Umunsi mwera, een witte dag, brengt geluk.
Door een westerse bril kijkend naar kwaliteit van leven, is het meer dan boeiend om Burundezen uit te leggen dat hun toekomst niet alleen afhankelijk hoeft te zijn van het lot. Praten over zelfredzaamheid en wilskracht kan pijnlijk zijn, wanneer je gesprekspartner geen middelen heeft en nooit heeft geleerd om initiatief te nemen. In onze projecten benaderen we deze thema’s collectief, waardoor actievere denkers de andere groepsleden meenemen. Dan blijkt al snel hoeveel creativiteit er is, ook op individueel niveau. Aan energie ontbreekt het de Burundezen niet, het zijn harde werkers. Maar als mensen bijvoorbeeld altijd hebben gedacht dat epilepsie een onontkoombaar lot was, kunnen we ze toch en met plezier uit de droom helpen. Na uitleg over de ziekte, waarbij we ook nadrukkelijk aangeven dat epilepsie niet besmettelijk is en de patiënt zonder angst aanraken om dit te laten zien, kan er veel veranderen. Epilepsie komt in dit deel van de wereld veel voor. Oorzaken hiervoor zijn onder andere de vele geboortetrauma’s (slechte perinatale zorg), genetische aanleg, ondervoeding, vele infectieziektes die ook littekens in de hersenen geven (slechte gezondheidszorg in het algemeen), het eten van onvoldoende verhit varkensvlees waaruit wormpjes migreren naar de hersenen (onvoldoende voorlichting) en vele ongelukken met hoofdletsel. In onze trainingen worden deze oorzaken uitgebreid besproken, naast de behandelaspecten. In het hele land staan voor twaalf miljoen mensen drie EEG-apparaten (die soms stuk zijn) en zijn er pakweg acht mensen die EEG’s kunnen lezen. CT-scans zijn er meer, in de dure particuliere ziekenhuizen voor de tien procent van de bevolking die dergelijke onderzoekingen kan betalen. Met een CT-uitslag komen de patiënten dan naar ons openbare ziekenhuis, omdat men in het particuliere ziekenhuis - van buitenlandse investeerders - vaak niet weet wat men ermee moet of kan doen. Met geleend water gaat het vuil er dus ook daar niet af.
Wij geven na een uitgebreide anamnese en lichamelijk onderzoek uitleg aan de patiënt en de familie over diagnose en behandeling. In geval van epilepsie stemmen mensen altijd in met behandeling, is mijn ervaring, en uit vervolgconsulten blijkt hoe het leven van patiënt en omgeving erdoor verandert. Anti-epileptica zijn relatief niet duur in Burundi, alleen helaas niet altijd voorradig. Dit laatste mogen we niet zien als het lot, dus we zullen aan de gang blijven om de import van medicatie te verbeteren. De import van goede medicatie wel te verstaan, dus geen vervuilde Aziatische medicijnen of restjes uit Europa die over de datum zijn.
Voor meer informatie: zie www.kenniszondergrenzen.nl
- Amy Besamusca-Ekelschot