Details, 7 augustus 2019
Burundezen zijn van de details. Toen ik E. na twee maanden weer in de stad tegenkwam en vroeg hoe het met haar ging, kreeg ik een uitgebreid verhaal te horen over de ziekte van haar dochter. Het hele verhaal kwam eruit, van A tot Z. Alleen niet in die volgorde, maar daar ben ik nu wel aan gewend. Het was een trieste geschiedenis van een jonge vrouw, S., met een tumor in de hals, ik vermoed een paraganglioom. Met via de familie ingezameld geld waren er opnames gemaakt, die E. op een geleende telefoon had opgeslagen en me toonde. Ik zag een kluwen bloedvaatjes. In het ziekenhuis was aan S. gezegd dat ze geopereerd moest worden, maar daarvoor moest ze naar Nairobi in Kenia. Dus de familie was weer druk geweest om de financiering rond te krijgen. In Nairobi wordt niet op afspraken gewerkt, merk ik regelmatig. Toen E. en S. hun vertrek aan het voorbereiden waren, bleek dat E. geen vrij kon krijgen van haar werk. Een neef bleek bereid om met S. mee te gaan. Een trip naar Nairobi is voor een Burundees een geweldige ervaring. Alleen al de vliegtocht. En elke stadse Burundees weet dat je in Nairobi naar de film kunt. Contacten met het ziekenhuis leverden op dat ze S. niet zouden opereren, omdat ze geen klachten had en er teveel risico’s aan zaten. Voor alleen diagnostiek was de reis te duur. Dus uiteindelijk werd alles afgezegd en S. loopt nu rond zonder te weten wat de exacte aard van de tumor is, wat ze uiteraard griezelig vindt. Nu vertel ik het verhaal in korte lijnen, maar zo vertelde E. het niet. Het gaat over een onmogelijkheid tot adequate diagnostiek in een specialisme waar ik geen verstand van heb. Maar het gaat ook over de ingangen die een uitgebreid verhaal biedt om iemand te troosten en te steunen. Zo kon ik op internet een aantal dingen voor ze opzoeken, maar belangrijker was dat ik op elk detail mijn empathie kon uiten.
Met al die details vind je vaak wel een ingang om te troosten of een nuttige suggestie aan de hand te doen. Zo was er ook J. ‘Ik heb je lang niet gezien,’ zei ik. Hij begon te vertellen over zijn moeder, die ziek was en waar hij steeds naartoe moest. Zij woonde twee uur verderop. Hij beschreef haar klachten uitgebreid, ik hoorde het beeld van parkinsonisme. Hij was geld aan het zoeken om haar naar Nairobi te laten gaan voor onderzoek en behandeling, want hij dacht dat ze een infectie had. Maar de vele details die hij gaf duidden daar helemaal niet op. Dus ik vroeg hem waarom hij zijn moeder niet naar ons ziekenhuis bracht, waar ze kon worden onderzocht. Wanneer er inderdaad sprake zou zijn van parkinsonisme, konden we farmacotherapie starten. Hij bracht zijn moeder enkele dagen later, het beeld klopte. De behandeling werd ingezet. J. was blij dat zijn moeder goed vooruit ging en zeker ook dat hij niet op zoek hoefde naar het enorme bedrag om met haar naar Nairobi te gaan.
Nog een ander voorbeeld is F. Hij werkt op het Ministerie van Volksgezondheid, waar ik mijn herregistratie als medisch specialist ging regelen. Ik had hem nog nooit ontmoet. In een waterval van woorden legde hij me uit dat hij medische hulp nodig had, omdat hij onvruchtbaar was. Terwijl ik alsmaar hoopte dat hij mijn documenten uit zijn la tevoorschijn zou toveren, praatte hij over alle ellende die hij en zijn vrouw al hadden doorgemaakt met vruchtbaarheidsonderzoeken. Ik hield me wat afstandelijk, omdat ik hem niet kende en het onderwerp wel erg privé vond, maar hij ging rustig door. Van detail naar detail. Toen dan eindelijk de la openging, kwam er een uitslag van een spermatozoën telling uit. Ik ken de normaalwaarden niet, maar ik herinner me die uitslag wel: er waren twee spermatozoën gevonden. Dat zegt natuurlijk niets, omdat ik de condities en kwaliteit van het onderzoek niet ken. Toen hij na anderhalf uur naar mijn documenten ging zoeken, bleken die nog niet aanwezig. ‘Komt u volgende week maar terug,’ zei hij, ‘dan kunnen we nog even verder praten.’
Door de gedetailleerde verteltrant zijn psychiatrische anamneses in Burundi niet zo moeilijk. Missende details worden bij navraag ook zonder probleem aangevuld. Burundezen praten niet alleen makkelijk, ze luisteren ook goed. Ik denk dat daarom hun ontvankelijkheid voor een psychiatrische behandeling ook zo groot is en dat de wijkzorgers die we opleiden geen problemen zien in de bejegening van hun dorpsgenoten als ze eenmaal de juiste kennis hebben opgedaan.
Recent liep ik in een Nederlandse supermarkt. Twee vrouwen spraken met elkaar bij de koeling, waar ik iets uit wilde halen. Ik maakte uit de woorden op dat de ene vrouw vertelde dat haar moeder dementie had. ‘Ze zei, die boter heb ik nooit. Maar die gebruikt ze al tien jaar! Ze is moeilijk om mee om te gaan hoor.’ ‘Dan koop je toch gewoon die andere boter,’ zei de andere vrouw, gevolgd door ‘Ik moet naar huis, want hij weet niet waar ik blijf hoor.’ Geen woord van troost. Ik vroeg me af of een Burundees als buitenstaander in dit gesprek zou hebben ingegrepen. Ik denk het wel. Ik denk dat een Burundees die onbedoeld getuige is van zo’n verhaal, een troostend woord zou hebben gesproken tegen de eerste vrouw. Ze zou een arm om haar heen hebben geslagen. En als het een man was, had hij haar hand gepakt en heel lang vastgehouden. In Burundi weet je nooit hoelang iemand wegblijft. Je weet nooit vooraf hoeveel er te praten valt, of je vervoer hebt en of de weg begaanbaar is.
- Amy Besamusca-Ekelschot