Menu
Vereniging Trainingen Media VNVA events

Een keuken met pit, 22 mei 2019

Nog een ruime dag en dan stap ik op het vliegtuig naar Nederland. Iedereen hier is weer verbaasd en teleurgesteld dat ik wegga, ze leren het nooit en denken dat ik gewoon bij de inboedel hoor. Maar dat is niet zo. Er is meer op de wereld dan Burundi en het is fijn om naar huis te gaan al had ik deze week nu eens geen klagen over water en elektra.

Burundi is eigenlijk één grote biologische boerderij. Dat is intensieve landbouw en hard werken. Je kunt met wat hier groeit lekkere dingen maken en zeker als er wat pittige piri-piri doorheen gaat. Het is alleen niet genoeg voor iedereen en dat is een probleem. Op respectabele internationale sites is te lezen dat Burundi genoeg produceert voor een consumptie van slechts 55 dagen per jaar. Landbouw is eigenlijk de enige wezenlijke inkomstenbron hier. Er zijn nu maatregelen om de landbouw verder te stimuleren, maar stel je nou eens voor dat hierdoor geen twee maar drie of viermaal kan worden geoogst in een jaar, dan is er alsnog maar eten voor 4 maanden. Van de week werd op het agrarische land in ons dorpje een veld pinda's geoogst. Je wilt niet weten wat er allemaal moet gebeuren voordat je die ene pinda kunt eten. Alles gaat met de hand. (Als er ergens in het land een machine staat, roept iedereen 'O hier zijn Chinezen.') Dus moet Burundi zes keer meer invoeren dan het verdient met uitvoer (koffie, dat drinken Burundezen niet omdat het te duur is). En daarom gaat het slecht met de economie en blijft Burundi officieel het land met het hoogste percentage chronische ondervoeding in de wereld. In ieder geval heb ik weer een aantal mensen blij kunnen maken met de citroenen uit de bomen in de tuin hier. Een buurman heeft geholpen met plukken. Hij klom in de bomen en door de takken en ik ving de citroenen stuk voor stuk netjes op om de emmers om de zakken ermee te vullen. De man hield al die tijd zijn hoed op.

Maar nu had ik nog eens een andere keuken met pit, want mijn watermeloen was op een nacht ontploft. De hele keuken (nou ja, zo groot is die niet) rood en overal kleverig en pitten. Ik had een dag eerder hard gelachen toen de ballonnen op onze auto knapten. ‘Explodeerden’ noemde de chauffeur het zelf, en hij zei erbij dat ballonnen zich niet netjes aan het protocol houden. Dat was op de dag van de plaatsingswedstrijd van Burundi in de Africa Cup. Voor het eerst in de geschiedenis hebben ze zich geplaatst. Maar nu zat ik zelf met een variant op de gebakken peren en het was een heel werk, ook met de hand ja, om alles schoon en kleefvrij en onaantrekkelijk voor insecten te maken.

Er zijn hier weinig machines en voorlopig krijg je hier eerder RSI van een vliegenmepper dan van een computer. Het zou fijn zijn als er machines kwamen zonder dat het ten koste gaat van banen, dus dan moet er worden bijgeschoold. Bijscholen betekent ingaan op alle details, niets overslaan. Grote lijnen en vooruit denken zijn nu eenmaal niet ingeprent op de meeste lagere scholen hier. Als ik een les opbouw van A naar Z, en ik ben bij Q, ben ik niet meer verbaasd als iemand ineens iets vraagt over F. Ik zeg dan vriendelijk dat het een goede vraag is, geef antwoord, en informeer of de vragensteller wel ook F tot Q heeft gevolgd. Dat blijkt dan inderdaad en toetsbaar het geval. Ik heb hier altijd dezelfde boodschappenhulp en in plaats van het gebruikelijke 'cola zero' had ik nu maar eens 'cola' op het boodschappenlijstje geschreven. Hij kwam terug met cola met suiker en ik kon het hem niet kwalijk nemen. Dus nu heeft de nachtwaker cola met citroen.

Maar goed, een machine is ook niet alles. Die lacht niet met je mee en neemt je niet bij de hand. Hooguit de verkeerde hand, want ik las laatst in de Nederlandse krant dat slimme algoritmes bestaande ongelijkheden tussen mensen steeds verder versterken. Als vacatures voor goede banen alleen via kunstmatige intelligentie naar mannen worden gestuurd, zal de wereld niet veranderen, stond er te lezen. Dus als niemand meldt dat Burundi machines nodig heeft, komen die er nooit. Als we blijven accepteren dat er in dit land te weinig eten is, verandert er ook niets. En als er geen artsen komen die meewerken en kennis over het vak delen, blijft de helft van de bevolking verstoken van medische zorg. Dus ik ga nu wel naar huis, maar ik kom weer terug en ik hoop dat ik niet de enige ben.


- Amy Besamusca – Ekelschot

20181208_131408
Sluiten
X Zoek