Overvloed, 3 april 2019
Momenteel zitten we met een team van vijf leraren (met mij erbij drie vrouwen en drie mannen) in de provincie Cibitoke om een opleiding mhGAP te verzorgen. Dit is een gecertificeerde basisopleiding van de WHO, waarmee artsen en verpleegkundigen worden opgeleid in het voor hen nieuwe vakgebied neurologie en psychiatrie. Ook dit zijn 50% vrouwen en 50% mannen. We werken met een Franstalige syllabus van de WHO. ‘Mental Health GAP’ staat voor lacunes in kennis over geestelijke gezondheid. De methode is ontwikkeld voor crisisgebieden en humanitaire projecten, dus heel geschikt als basisopleiding in een vergeten land dat chronisch lijdt aan humanitaire problemen en waar de actuele veiligheidscodes ‘rood’ en ‘oranje’ zijn.
Ook leiden we maatschappelijk werkers (v/m) op die in de heuvels de taak hebben om zieken te begeleiden. Zij leren symptomen van depressie, posttraumatische stress, psychose, epilepsie en meer te herkennen en patiënten te verwijzen naar de ziekenhuizen of gezondheidscentra in de provincie. Voor hen hebben we een syllabus in het Kirundi en een flyer met plaatjes om met de ongeletterde bevolking te bespreken. Onze kracht is dat we mensen opleiden die vanuit hun werk al in contact komen met patiënten en op die manier kunnen voorlichten, behandelen en begeleiden. Patiënten die voorheen werden verstoten vanwege de invloed van vermeende geesten, of vanuit de angst dat hun gedrag besmettelijk zou zijn zoals bij bv tuberculose, krijgen nu een kans op behandeling en genezing en zij kunnen weer deelnemen aan het gewone leven in de gemeenschap. Onze leraren zijn lokale medische professionals, inmiddels goed geschoold en gecertificeerd en ervaren in deze opleidingsmethode en met uitstekende kwaliteiten op pedagogisch gebied. Zij kennen de culturele gewoontes en maken daar gebruik van bij de lessen.
Met de mhGAP methode worden eerste stappen gezet voor een medisch-psychisch-sociaal begrippenstelsel bij ziektes van de hersenen en het zenuwstelsel. Deze ziektes en psychosociale problemen hoeven zo niet meer verklaard te worden vanuit bezetenheid of vergiftiging. Ook leggen we een basis voor de decentralisatie van zorg vanuit de hoofdstad Bujumbura, waarbij voorzieningen worden opgericht in de heuvelprovincies.
Een belangrijke taak voor de maatschappelijk werkers na de opleiding ligt in de psychosociale begeleiding. Hierover spelen we verhalen na als oefening en worden er veel verhalen uitgewisseld, waarvan voor de opleiding niet bekend was wat het was of wat eraan te doen was. Veel problemen die worden gepresenteerd gaan over armoede, maar ook over relaties. Een van de gepresenteerde, reële verhalen luidde als volgt.
Een jong getrouwd stel in een heuveldorp blijkt het samen niet goed te hebben. Als het oogsttijd is en er dus wat geld binnenkomt, zoekt de man betaald seksueel plezier bij andere vrouwen. Dat heet hier ‘het tweede kantoor’. Zijn echtgenote is boos en vraagt waarom hij dat doet. ‘Jij bent niet goed in bed, jij bent droog,’ is zijn antwoord. De vrouw is inmiddels zwanger en als hun kind wordt geboren geeft de man het kind de naam Nta Mazi (Zonder water). De vrouw is beledigd. Het jonge gezin leeft in armoede, vooral omdat het kleine beetje geld steeds weer verdwijnt naar het tweede kantoor. Hun relatie verbetert niet, maar ze krijgen een tweede kind. De vrouw claimt het recht nu de naam te geven, en zij noemt het kind Nta Kiyarondera (Geen water gezocht). Nu is de man beledigd.
Beide kinderen zijn geregistreerd in de dorpsgemeente. De dorpsoudsten zijn wel wat gewend op het gebied van naamgevingen, maar vinden deze namen zo opvallend dat ze naar het echtpaar gaan. ‘Waarom geven jullie je kinderen deze rare namen?’ De man antwoordt: ‘Mijn vrouw kan me niet bevredigen, ze is te droog.’ Nu wordt de vrouw uitgenodigd haar reactie te geven: ‘Hij kent geen voorspel en is al klaar als ik nog niet eens ben begonnen,’ zegt zij huilend. De dorpsoudsten begrijpen de situatie en doen iets dat in Burundi ongebruikelijk is: zij geven seksuele voorlichting.
Anders dan in Rwanda krijgen jonge mannen en vrouwen in Burundi gewoonlijk geen echte voorlichting. Het enige dat meisjes wordt geleerd is hun schaamlippen vergroten door er vaak aan te trekken, omdat dit voor mannen plezierig is. In Burundi komt geen vrouwenbesnijdenis voor; dit heb ik nu al zo vaak gehoord als ik ernaar vraag, dat ik het geloof. Wel laten mannen zich soms vrijwillig besnijden uit hygiënische motieven.
De voorlichting is voor het jonge paar ontwapenend. Zij leren vervolgens elkaar kennen en daar samen van te genieten. Zij krijgen een derde kind, dat ze samen een naam geven: Ibenga (Gihugu ni ibenga, ofwel Water in overvloed). Met dit kind vieren zij hun oplossing en een mooi nieuw leven. Zij willen hun oudste kinderen niet meer opzadelen met hun gekke namen en veranderen deze bij de dorpsgemeente in Fleur en Pacis. Dit kan omdat de kinderen van 3 en 2 jaar nog niet naar school gaan en dus nog niet landelijk zijn ingeschreven.
Dit voorbeeld werd door een van de maatschappelijk werksters gepresenteerd als voorbeeld van psychosociale problematiek. Door de mhGAP opleiding leren zij veel: je ziet het pas als je het doorhebt. Zij leren ook hoe ze in complexe situaties meer openheid kunnen brengen in gesprekken, taboes kunnen doorbreken en de kwaliteit van leven in allerlei opzicht kunnen helpen verbeteren. Burundezen volgen adviezen over het algemeen gemakkelijker op dan we in Nederland kennen. Dit is een opmerkelijk maar in de gegeven situatie handig verschil. Fleur, Pacis en Ibenga krijgen nu goed te eten, want hun vader heeft geen behoefte meer aan uitgaven buiten de deur.
- Amy Besamusca – Ekelschot