Gendersensitieve zorg in de geneeskundige vervolgopleidingen
Eindrapportage CGS-project
In 2016 is het projectplan ‘Gendersensitieve zorg in de geneeskundige vervolgopleidingen’ op initiatief
van het College Geneeskundige Specialismen (CGS) opgesteld. Dit heeft geleid tot een eenjarig project dat door Vrouwenstudies Medische Wetenschappen van het Radboudumc is uitgevoerd, in opdracht van het CGS en met subsidie van ZonMw. De vijf geneeskundige vervolgopleidingen interne geneeskunde, psychiatrie, cardiologie, huisartsgeneeskunde en maatschappij en gezondheid hebben meegewerkt aan het project. Alle beoogde doelstellingen zijn gerealiseerd.
De concilia van de vijf geneeskundige vervolgopleidingen hebben ingestemd om sekse/gender in de landelijke opleidingsplannen te verankeren. Een checklist is ontwikkeld waarmee globaal bepaald kan worden of sekse/gender aspecten voorkomen in het opleidingsaanbod van vervolgopleidingen. Met de change agents van de vijf vervolgopleidingen zijn specifieke gendersensitieve criteria opgesteld. Hierin zijn de onderwerpen benoemd waarin tijdens de opleiding aandacht aan sekse- en genderverschillen moet worden besteed. Daarnaast is er per vervolgopleiding binnen het project een plan opgesteld om sekse/gender in het onderwijsaanbod te implementeren.
Uit onderzoek naar het opleidingsaanbod van de acht regionale huisartsopleidingen blijkt dat er gefragmenteerd aandacht is voor sekse/gender, dat sekse/gender niet opgenomen is in de eindtermen van de regionale opleidingsplannen en dat er geen structureel aanbod is van een genderdeskundigheidstraining voor opleiders en docenten.
Om aiossen bewust te maken van het belang van relevante sekse/gender aspecten bij ziekte en gezondheid is de e-learning ‘Gendersensitieve zorg in de geneeskundige vervolgopleiding’ ontwikkeld. Aiossen van de vijf vervolgopleidingen hebben hieraan meegewerkt. De e-learning wordt beschikbaar gesteld aan alle geneeskundige vervolgopleidingen om te gebruiken binnen het onderwijs.
Op de Invitational Conference zijn ervaringen uitgewisseld en hebben een aantal aanwezige afgevaardigden van geneeskundige vervolgopleidingen aangegeven open te staan om hun opleidingen gendersensitiever te maken. Daartoe hebben ze o.a. de volgende handvatten gekregen: het betrekken van het concilium, het opnemen van sekse/gender in het opleidingsplan en competentieprofiel, het aanstellen van een change agent die intern de verandering in beweging zet, het betrekken van aiossen, het verhogen van de gendersensitiviteit van docenten en opleiders door het volgen van een landelijke cursus ‘Teach the Teacher’, bewustwording creëren middels voordrachten op symposia en het verplicht inzetten van de e-learning ‘Gendersensitieve zorg in de geneeskundige vervolgopleiding’.
Geconcludeerd kan worden dat sekse en gender aspecten in het landelijk opleidingsplan en in het onderwijs gestalte heeft gekregen in de vijf geneeskundige vervolgopleidingen. De werkwijze van dit project met de opgestelde checklist is een exemplarisch voorbeeld voor andere opleidingen.
Een verdieping door het aanbieden van trainingen aan opleiders/docenten, een verbreding door een vervolgproject naar andere geïnteresseerde geneeskundige vervolgopleidingen en een verduurzaming van gendersensitief opleiden door het als een kwaliteitskenmerk op te nemen in de visitaties van de betreffende opleidingen is noodzakelijk. Het projectteam en de begeleidingscommissie achten het getij gunstig.