Cisca Griffioen
Ik ben Cisca Griffioen en heb inmiddels ruim de pensioengerechtigde leeftijd bereikt. Het leuke van ouder worden is dat je zo lang kunt terugkijken. Ik kom uit een gewoon gezin met ouders die alleen de lagere school hadden doorlopen. Ik beschouw de stap naar de middelbare school als de grootste stap in mijn carrière. Daarna ging ik geneeskunde studeren aan de toen nog Gemeente Universiteit van Amsterdam, nu gewoon de Universiteit van Amsterdam. Dat kon toen nog door je in september aan te melden: geen numerus fixus, geen loting, geen selectie. Vanaf mijn kandidaatsexamen heb ik gewerkt als kandidaat-assistent bij het niet meer bestaande laboratorium voor Antropobiologie en Menselijke Erfelijkheidsleer. Ik ben daar ook na mijn artsexamen gebleven en heb vanuit dat instituut mijn promotieonderzoek gedaan over de groei van kinderen op Marken.
Ik heb daar heel veel soorten onderwijs gegeven. Door de ontwikkelingen in de Genetica en de veranderingen in het onderwijs ben ik verhuisd naar de Anatomie en heb daar de volgende 25 jaar gewerkt. Naast het anatomisch onderwijs heb ik me ook intensief bemoeid met het gehele curriculum, de laatste 7 jaar van mijn werkzame leven tevens als bestuurslid van het Onderwijsinstituut Geneeskunde. Bij mijn afscheidscollege heb ik geteld dat ik ongeveer 10.000 medische studenten heb helpen opleiden. In zo’n grote faculteit dreigen sommige studenten onder te sneeuwen. Mijn kamer was dan ook een soort zoete inval en het was hartverwarmend als ik met een paar adviezen een student weer op het goede pad kon zetten.
Na mijn promotie ben ik door Christine Langerhorst aangespoord om lid te worden van de VNVA. Ik heb snel carrière gemaakt in de VNVA: na een jaar werd ik al voorzitter van de regio Amsterdam en nadat het bestuur van de VNVA ervoor had gezorgd dat de VNVA het MWIA congres in 1995 mocht organiseren werd ik van 1990 tot 1996 voorzitter. In die tijd heb ik kunnen zorgen dat de leerstoel Vrouwenstudies Geneeskunde in Nijmegen namens de VNVA werd ingesteld. Toine Lagro heeft daar een groot succes van gemaakt, zodat na 7 jaar financiering door de VNVA de Nijmeegse Universiteit de leerstoel zelf verder heeft bekostigd. En er is continuïteit via een onlangs benoemde opvolgster!
De bestuursperiode was heftig: een meer dan full time baan, voorzitter van de VNVA en voorzitter van de congrescommissie. In die tijd was er nog geen e-mail. Ik heb er een faxtrauma aan overgehouden: meters fax over de grond als ik thuis kwam. Maar ik heb er ongelofelijk veel van geleerd. Ook hoe belangrijk het is om als VNVA over de landsgrenzen te kijken en te zien hoe het elders is georganiseerd. Het toenmalige MWIA bestuur vond onze VNVA wel erg progressief en heeft met succes voorkómen dat ik vicepresident voor onze regio Noordwest Europa zou worden. Maar de aanhouder wint: van 2010 tot 2103 werd ik alsnog vicepresident voor onze regio in een behoorlijk veranderde MWIA. Ook daar heb ik weer veel geleerd over het functioneren van de eerste medische wereldorganisatie die in 1919 werd opgericht. Vrouwen dus eerder dan mannen. Daar mogen we best trots op zijn.
Het lidmaatschap van de VNVA is vooral interessant als je actief betrokken bent en blijft. Dus na mijn bestuursperiode heb ik de commissie seksespecifieke geneeskunde opgericht en 10 jaar voorgezeten. En ook nog een tijdje geholpen in het bestuur. Ik ben trots op mijn erelidmaatschap van een zo inspirerende vereniging.