Het alternatief voor de zorg
Gerecenseerd door: Petra Wempe, gepensioneerd huisarts
Mede gestimuleerd door de motivatie van Lewi Vogelpoel om aan de redactie van dit boek deel te nemen (zie vorige nieuwsbrief) en vooral benieuwd naar het Alternatief uit de titel ben ik aan dit boek begonnen.
Het boek bestaat uit twee delen: in het eerste deel worden de huidige tekortkomingen en frustraties in de zorg besproken, het tweede deel focust meer op de alternatieven. In beide delen zijn stukken van zeer verschillende schrijvers opgenomen, dit alles gelardeerd met interviews draaiend om de kernwaarde van de zorg en zelfs enige gedichten.
De toenemende hoeveelheid tijd die men kwijt is aan niet-zorgtaken, het toenemende wantrouwen ten opzichte van de hulpverleners, de manier waarop beroepsgroepen monddood worden gemaakt door de zorgverzekeraars. Het is ons allemaal bekend en werkt storend in het streven goede zorg te leveren. Zowel de eerstelijn (huisarts, thuiszorg) , de GGZ, als de tweedelijn (ziekenhuis,verpleeghuis) worden onder de loep genomen. Bestuurders die eerder ondernemers zijn dan dat zij het verlenen van goede zorg faciliteren. Maar tegelijkertijd aanbestedingsverplichtingen opgelegd door de overheid die een funeste uitwerking hebben binnen het zorgstelsel. Indicatoren, die nodig zijn voor het zorgstelsel en niet in de eerste plaats voor verbetering van de zorg, maar wel zorgen voor veel verplichte afvinklijsten. Door te werken met verschillende schrijvers is niet geheel ontkomen aan enige herhalingen en het deel over de alternatieven ontkomt er niet aan om toch opnieuw aandacht te besteden aan wat er mis is.
De verschillende hoofdstukken verschillen sterk van karakter. Sommige stukken zijn gedegen filosofische studies - over zaken als kwaliteit, beroepsethiek, doelmatigheid - waar je echt even voor moet gaan zitten, maar die uiteindelijk de ook door mezelf in de praktijk ervaren frustraties wel een zekere verdieping geven. Tweemaal wordt het fenomeen ‘crowding out’ toegelicht, waarbij extrinsieke (lees financiële) prikkels de intrinsieke motivatie eerder negatief dan positief beïnvloeden.
Hét alternatief voor de zorg lijkt nog niet bereikt, maar de voorbeelden die worden beschreven spreken wel tot de verbeelding. Humaan organiseren in plaats van bureaucratie. De reflectie terug in de zorg. Sommige aangereikte methodes om tot een alternatief in de zorg te komen deden mij spijt hebben dat ik recent met pensioen ben gegaan en er niet onmiddellijk mee aan de slag te kunnen. Drie hoofdstukken worden gewijd aan het toewerken naar een ‘lief’ ziekenhuis op basis van de presentietheorie van Andries Baart, waarin zorg gezien wordt als een relationele aangelegenheid.
Wel is het zo, dat de ‘zorg’ uit de titel van het boek vooral moet worden opgevat als de zorgverlening tussen hulpverlener en patiënt, de zorg als zorgstelsel komt in ieder geval als alternatief minder goed uit de verf. Zo blijft aan het einde het gevoel hangen dat we er nog lang niet zijn. De ‘zachte’ veranderingen die worden beschreven vallen mogelijk toch in het niet bij de ‘harde’ krachten die op dit moment het veld van de zorg nog steeds regeren.
Van de tot nu toe bereikte resultaten van bijvoorbeeld Het Roer moet Om in de huisartsenzorg zal in de praktijk nog moeten blijken hoe we ons kunnen ontworstelen aan de irreële eisen van de zorgverzekeraar, die als een worst worden voorgehouden om tot een wat betere financiering te komen. Ook de beroepsorganisaties zullen beter moeten luisteren naar hun leden om tot een definitie van kwaliteit van zorg te komen. Zorg die leidt tot een hoge patiënttevredenheid. Benieuwd ben ik ook naar de plannen om te komen tot een andere vorm van ziektekostenverzekering waar naar mijn weten Jos de Blok (één van de redacteuren en directeur van Buurtzorg) één van de initiatiefnemers toe is. Een initiatief dat onze steun verdient.
De opkomende herstelbeweging wordt verwoord in: Nothing about us without us. Gaat de wal het schip keren of gaat het roer op tijd om? Een boek dat je kan helpen uit je eigen frustraties weer een draad naar meer werkplezier te vinden door de focus te leggen op de persoonlijke zorg, de basis van ons werk.