Sexual Difference in Debate. Bodies, Desires, and Fictions
Gerecenseerd door: Gertie Bögels
“Dis nie nou net meer swart en wit nie, dis ’n mengelmoes. En om daarin gelukkig te wees, om daarin ’n geweldige energie te put, om so vermeng te wees.” - Antjie Krog
Leticia Glocer Fiorini: Sexual Difference in Debate. Bodies, Desires, and Fictions. 2017, Londen, Karnac Books, 198 pag, € 37,99, E-book € 25,76 ISBN-13:978-1-78220422-0 www.karnacbooks.com
Glocer Fiorini, medica, opleider en past-President (2012-2016) van de Argentijnse Psychoanalytische Associatie, mag zich als hoogleraar Interdisciplinairy Studies of Subjectivity aan de Universiteit van Buenos Aires, lid van het IPA Committee on Sexual and Gender Diversity Studies en voorzitter van het IPA Publications Committee, beroepen op een jarenlange betrokkenheid bij de internationale uitwisseling van auteurs uit diverse wetenschapsgebieden die zich bezighouden met de samenhang van controversiële onderwerpen.
Uit haar reeks toonaangevende wetenschappelijke publicaties blijkt een kosmopolitische oriëntatie, geworteld in Latijns- Amerikaanse, Europese en met name in Franse filosofische tradities. Als uitgangspunt voor het onderhavige boek grijpt zij terug naar de leidraad uit haar eerdere publicaties: het ‘paradigma van complexiteit’, zoals beschreven door de Franse filosoof, socioloog, oud-verzetsstrijder en politiek activist Edgar Morin (1921-heden). Het is een trans-disciplinaire methodologie van wetenschapsonderzoek waarbij niet alleen wetmatigheden en zekerheden in beschouwing worden genomen maar ook het onzekere, het toevallige, het ongewisse. Het overschrijdt het klassieke determinisme in die zin dat er geen lineair verband is tussen oorzaak en gevolg. Het is tegelijkertijd ook een concept dat uitgaat van paradoxen en contradicties. Sinds haar publicatie uit 1998 wil Glocer Fiorini aan de hand van dit uitgangspunt ruimte creëren binnen de psychoanalytische theorievorming, met insluiting van tegenstrijdigheden en ongerijmdheden: “Door deze denkwijze kunnen we Freuds werk benaderen vanuit een multicentraal perspectief, aldus de rijkdom ervan herontdekkend inclusief de tegenstrijdige aspecten”.[1] (vert. GB, p.421). In september 2018 werd een Webinar georganiseerd door het bovengenoemde IPA Comité onder voorzitterschap van Glocer Fiorini. Hierin werd een – te downloaden - presentatie gegeven van de activiteiten: het in kaart brengen van wat we menen te weten over oorsprong, ontwikkeling en verschijningsvormen van geslachtelijkheid, seksualiteit, gender en seksuele objectkeuze. Het zou als toegankelijkere inleiding tot dit boek kunnen dienen.
Publicaties met een brede oriëntatie en diepgang als het onderhavige boek dwingen ons tot het besef dat de psychoanalyse een wetenschap is die zich - niet alleen uit zelfbehoud - behoort te verdiepen in andere wetenschapsgebieden wil zij aan de therapeutische, emotionele en intellectuele standaard voldoen. Bij het lezen van haar teksten groeit de bewondering voor de geverseerdheid waarmee Glocer Fiorini de ingewikkelde en kwetsbare onderwerpen ontleedt. Het is opmerkelijk hoezeer zij zich thuis voelt in het uiteenlopend idioom van humaniora, literatuurwetenschap, filosofie, antropologie, sociologie, epistemologie, deconstructivisme en genderwetenschap.
De opzet van het boek is een grondige reflectie bieden op psychoanalytische ontwikkelingstheorieën zoals het Oedipus/castratie complex en de bijbehorende bipolaire concepten als de man-vrouw of feminiene-masculiene polariteit, het passieve en actieve, als voortzetting van haar eerdere publicaties [2]. De veranderingen die zich de laatste decennia voordoen in opvattingen over relaties, samenlevingsvormen, gezinsstructuur, geslachtelijke identiteit, seksuele objectkeuze en genderidentiteit evenals de recente aandacht voor seksediscriminatie, racisme, vluchtelingenopvang en #MeToo affaires zullen vanzelfsprekend ook doordringen in de behandelsituaties. Deze nieuwe realiteiten, evenals de gevarieerde vruchtbaarheids-technieken, de (multi-)donor-problematiek, de transgender presentatie en de operatieve geslachts- of gender-adaptatie, zullen onvermijdelijk expliciet en impliciet onze opvattingen, theorieën en vooronderstellingen diepgaand beïnvloeden. Glocer Fiorini bespreekt het elementaire onderscheid tussen geslacht, seksuele gerichtheid en gender zoals zich die in alle variaties als ontwikkelingsfase, als realiteit en als fantasie voordoen. Het vergt een epistemologische en interdisciplinaire herziening van theorieën die het discours -al dan niet bewust- bepalen waarbij een deconstructie van vaststaande basisconcepten onvermijdelijk is. Volgens haar hypothese is deze deconstructie niet simpelweg een theoretisch issue, maar nauw verbonden met de klinische praktijk en met de positie van de psychoanalyticus in het krachtenveld van overdracht en tegenoverdracht. Het concept geslachtsverschil houdt een beperkte, binaire, dichotome denkwijze in met blinde vlekken en aporieën, vandaar dat de auteur zich richt op andere epistemologieën die nieuwe denkvormen over dezelfde problemen bieden, zoals het paradigma van hypercomplexiteit.
Een van de thema’s: “A transdisciplinairy view with intradisciplinairy effects” bevat een fascinerend overzicht van historisch-culturele visies op het feminiene en het masculiene; het vrouwelijke als het eeuwig andere in negatieve zin, het ontbrekende, lege, het biologische, in tegenstelling tot het mannelijke, het culturele; de misogynie van bijbelse teksten, Eva als de verleidster en, zoals zij ergens opmerkt: waarom werden heksen vervolgd en werden tovenaars gerespecteerd. Aan Julia Kristeva ontleent zij het concept: ‘psychoanalysis in revolt’ om de gebieden aan te geven waar de psychoanalyse verschillen en veranderingen kan bewerkstelligen. Voor de beschrijving van de ontwikkeling van de psychoanalytische theorie is ook de socioculturele achtergrond van Freud’s Wenen onmisbaar; diens ervaringen in een specifieke context van dominante opvattingen en de ideologische en socioculturele achtergrond. Zij benadrukt dat naast de algemene opvatting van het Wenen als de patriarchale bourgeoisie, het ook een oord was van revolutionaire schilderkunst (Klimt), literatuur (Robert Musil, de satiricus Karl Kraus) - en ik mag toevoegen: muziek (Mahler en Schönberg). Zoals Freud al in zijn vroege theorie homoseksualiteit als een normaal fenomeen zag, kunnen we nu spreken van ‘nomadische seksualiteiten’. “In everyday life, in mass media, in social networks, we find sexual and gender mixtures and fusions, multiple journeys through desire, changing sexual identities, and androgynous presentations, which permeate discourses and practices of contemporary cultures and subcultures, principally in Western societies”. Met dit vrij willekeurig citaat uit een van diversiteit en rijkdom overvloeiend werk, waarin ‘en passant’ de psychoanalytische theorievorming van de laatste decennia op heldere wijze wordt gedeconstrueerd en herzien, hoop ik dat uw fascinatie is gewekt voor dit historisch-literair en vooral geestverruimend boek.
Literatuur:
- Glocer Fiorini, L. (1998). ‘The Feminine in Psychoanalysis: A Complex Construction’ Journal of Clinical Psychoanalysis, 7(3): 421-439.
- Glocer Fiorini, L. (2007a) Deconstructing the Feminine. Psychoanalysis, Gender and Theories of Complexity. London, Karnac.
Maarn, 08-03-2020, Gertie Bögels