‘Vrouw zijn’ geen risicofactor op sneller overlijden na hartoperatie
dinsdag 15 december 2020Zowel mannen als vrouwen krijgen hart- en vaatziekten. Hoewel hun behandelingen hetzelfde zijn, zijn er wel degelijk verschillen. Zo komen hartinfarcten onder mannen twee keer zo vaak voor als bij vrouwen. En vrouwen hebben weer vaker beroertes en hartfalen. “Maar dat vrouwen een grotere kans hebben om te overlijden na een bypassoperatie of een aortaklepvervanging, alleen omdat ze vrouw zijn, dat klopt niet”, stelt cardiothoracaal chirurg dr. Joost ter Woorst van het Catharina Ziekenhuis.
Dit is de belangrijkste conclusie uit een studie onder ruim 20.000 patiënten van het Catharina hart- en vaatcentrum. Woensdag 16 december promoveert Ter Woorst op dit onderwerp aan Maastricht University.
Ter Woorst heeft onderzocht of de kans om te overlijden na een bypassoperatie of aortaklepvervanging bij vrouwen hoger ligt dan bij mannen alleen omdat ze vrouw zijn. “Als specialisten werken we met zogenaamde risicoscores. Hoe groot is de kans dat een operatie slaagt bij een patiënt? Zo kun je heel goed met een patiënt doorspreken of een operatie haalbaar is en wat mogelijke complicaties na de operatie kunnen zijn”, legt dr. Ter Woorst uit.
Klassieke risicofactoren
Er zijn klassieke risicofactoren. “Denk aan roken, hoge bloeddruk, overgewicht of suikerziekte. Deze klassieke factoren zijn gelijk voor mannen én vrouwen en veroorzaken hart- en vaatziekten. Maar het vrouw zijn, wordt vaak ook gezien als een risicofactor. Vrouwen zouden een groter risico hebben om sneller te komen overlijden na een hartoperatie. En dat gedeelte hebben we onderzocht, want dat vonden we bijzonder vreemd. We hebben de ‘risicofactor vrouw’ eruit gehaald en hebben binnen onze patiëntengroep in Eindhoven onderzocht of dit klopte”, aldus Ter Woorst, “en wat blijkt; vrouw zijn op zich is geen risico.”
Ter Woorst vindt dat er veel meer aandacht moet komen voor hart- en vaatziekten bij vrouwen. “We komen elke keer weer tot nieuwe inzichten. En dat is nodig want alleen dan geeft dit hartchirurgen en cardiologen de mogelijkheid een nog betere keuze te maken wat de beste behandeling is voor de individuele vrouwelijke hartpatiënt”, aldus Ter Woorst.