Voorwoord VNVA Nieuwsbrief juli 2020
donderdag 9 juli 2020Vlak voor de zomervakantie maken we voorzichtig de balans op. We tasten af: zitten we nog ín coronatijd of mogen we al spreken van ná corona, of dan in ieder geval na de eerste golf?
Ondanks dat ‘mijn’ verpleeghuislocatie (nog) geen COVID-19-besmettingen heeft gehad, blijf ik op mijn hoede bij iedere kuchje, elke temperatuurschommeling en alle aspecifieke klachten van onze bewoners en revalidanten. Thuis mogen de kinderen weer naar de opvang en naar school, maar nadat onze dreumes snotverkouden thuiskwam en ik zelf ook een nacht niet had geslapen van het hoesten, reed ik toch maar door de coronateststraat (uitslag: negatief). Mijn ouders zie ik pas sinds een paar weken weer, liefst bij goed weer in de tuin, en oppassen durven ze nog niet aan. Manlief is gelukkig veel thuis en vangt vrijwel alle gaten in het schema op, maar verzucht regelmatig hoezeer hij het mist om naar concerten te gaan. Welke balans is er dan op te maken? Eigenlijk voel ik me nog behoorlijk uit balans.
Ook in de samenleving is de balans nog ver te zoeken. Enkele weken geleden stonden jongeren in grote getalen op de Dam voor een betere wereld in de BlackLivesMatter-demonstratie. Toch werd hen aangerekend dat zij de volksgezondheid in gevaar brachten door te dicht bij elkaar te staan. De hoofdredacteur van Medisch Contact meende hen zelfs te moeten vergelijken met strandgangers die te dicht op elkaar zaten. Inmiddels schijnen we weer ongestoord te kunnen vliegen om ons te laten verplaatsen naar verre oorden. Daarentegen kunnen we in theater- en bioscoopzalen nog maar met minimale aantallen aanwezig zijn. Erg verwarrend allemaal, zeker nu er geen nieuwe COVID-19-golf in Amsterdam is gekomen en de luchtfilters in vliegtuigen toch niet zo goed zijn als men de regering heeft willen laten geloven.
Voorlopig blijf ik zoeken naar antwoorden die er niet of onvoldoende zijn. De balans maak ik voorlopig nog niet op. Wel hunker ik naar meer contact, meer steun, meer stevigheid, om uiteindelijk weer in balans te raken.
- Lobke van Overbeek